Dit bericht is gepost op 26 december 2021 om 22:06 uur en is geplaatst in Tips. Je kunt alle reacties op dit bericht volgen via de RSS 2.0 feed. Je kunt een reactie achter laten of trackback vanaf je eigen site.
DressuurTotaal
Doreen Proos, meer dan een Grand Prix amazone.
26-12-2021
Een veel voorkomende fout bij schouderbinnenwaarts is dat het hoofd en de hals van het paard naar binnen komen, terwijl de schouders teveel op de hoefslag blijven.
Om te begrijpen waarom dit gebeurt moet je iets weten over de biomechanica van het paard.
Een gouden regel van de biomechanica is dat wanneer de hals van het paard in een richting (links of rechts) buigt, de schouders meestal de andere kant op zullen bewegen. Het is van cruciaal belang dat de ruiter zich hiervan bewust is zodat hij deze kennis kan gebruiken om problemen mee op te lossen.
Dus als je paard in de schouderbinnenwaarts te weinig “hoek” maakt ten opzichte van de hoefslag, maar daarbij wel zijn hals naar binnen brengt, komt dat omdat de schouders in de tegengestelde richting bewegen (naar de hoefslag) en niet waar je ze heen wilt hebben, namelijk van de hoefslag af.
De oplossing is om niet teveel binnenteugel te gebruiken. Probeer juist de neus van het paard voor het midden van de borstkas te houden en een gelijke buiging door het hele paard te krijgen, dus niet alleen (ver)buigen in de hals. Daardoor zal het buitenvoorbeen van de hoefslag komen zodat het ‘in lijn’ beweegt met het binnen achterbeen.
Nu vraag je je misschien af: “hoe doe ik dat?”
Het is belangrijk om je te realiseren dat je de schouders van jouw paard moet controleren. We willen namelijk in schouderbinnenwaarts de schouder verplaatsen waarbij de ruiter zijn beide handen licht verplaatst in de richting waarin je wilt dat de schouders gaan. Zodra je de hoek uitkomt richt je de buitenschouder van jouw paard op de A of C (afhankelijk van op welke hand je aan het rijden bent). Hierdoor heb je de juiste hoek voor het schouderbinnenwaarts te pakken. Hierbij is het bovendien van belang dat de schouders van de ruiter parallel zijn ten opzichte van de schouders van het paard.
Een van de voordelen van het rijden van een correcte schouderbinnenwaarts is dat je paard meer afdruk in de bewegingen krijgt. Als alles in een correcte lijn is, en dus meer in balans, dan zal er energie omhoog komen door de schoft. Bij een paard die over de buitenschouder wegloopt zal zijn energie via de schouder de grond in verdwijnen. Niet in balans betekent dus dat het paard niet van de grond komt.
Kortom, de volgende keer dat je schouderbinnenwaarts rijdt: neem niet teveel stelling. In plaats daarvan probeer het buitenvoorbeen naar binnen te brengen.