DressuurTotaal

Doreen Proos, meer dan een Grand Prix amazone.
 
 

Tips

Het paard vriendelijke oplossing voor een steigerend paard. Je kunt het bekijken in onderstaande video:

In het Duits heet appuyeren een traversale. Dat geeft aan dat appuyeren in feite travers is over een schuine lijn.

Appuyeren gaat niet om het zijwaarts drijven van de achterhand van het paard. Hiermee zul je juist de gewenste lengte buiging verliezen. Je moet dus niet de achterhand opzij drijven met je buitenkuit. Appuyeren gaat om jouw controle van de schouders en de stelling van het paard.

Om te kunnen appuyeren moet je eerst een goede travers kunnen rijden op de hoefslag. Begin hiermee in de stap. Zorg dat de schouders van het paard op de hoefslag blijven. Jouw schouders zijn gericht op de schouders van het paard. Indien nodig regel je de stelling met kleine halve ophoudingen. Gaat het in stap goed dan kan je de travers rijden in draf. Rijdt kleine stukjes om mee te beginnen.

Lees verder »

RIJDEN DRAAIT OM POSITIVITEIT

Een positieve instelling van het paard krijg je door een positieve benadering en is daardoor het gevolg van het rijden. 

Dat doen wij door het geven van hulpen die onder andere goed getimed zijn en door vaak te belonen. Daarin zit de sleutel naar een paard die het werk graag voor je wilt doen.

Veel ruiters hebben een beeld dat hun paard het lui of stout is. In feite projecteren ze menselijke emoties op hun paard. Het is juist jouw eigen mindset die bepaalt hoe de training ervaren wordt en of je tevreden bent.

Enthousiast belonen met je stem of klopjes geven leidt tot een paard met een positieve instelling. Beloon royaal. Ook bij kleine “successen”. Positieve benadering en beloning geeft een positief, blij paard

Tijdig belonen zorgt zelfs voor veel vooruitgang. Veel meer dan als je de inspanningen van jouw paard als vanzelfsprekend aanneemt of steeds meer wilt en niet gauw tevreden bent.

Tijdig belonen verkort zelfs jouw trainingstijd.  Vergeet niet te belonen, belonen en belonen. Gebruik je stem of geef jouw paard een “knuffel” beloning. Laat hem weten dat hij het goed doet en dat zijn inspanningen gewaardeerd worden. Ook al vindt je dat het paard het veel beter kan, beloon hem toch.  Je zult merken dat de vorderingen dan juist sneller gaan.

Je kunt zelf echt een positieve attitude bevorderen: de volgende keer dat je in het zadel zit beloon veel en je zult merken dat het een verschil maakt. Het maakt niet alleen een verschil bij het paard, ook zelf ga je meer plezier beleven in het rijden.

WEES POSITIEF.

Doreen beloont Smile na hun Grand Prix proef

Een veel voorkomende fout bij schouderbinnenwaarts is dat het hoofd en de hals van het paard naar binnen komen, terwijl de schouders teveel op de hoefslag blijven.

Om te begrijpen waarom dit gebeurt moet je iets weten over de biomechanica van het paard.

Een gouden regel van de biomechanica is dat wanneer de hals van het paard in een richting (links of rechts) buigt, de schouders meestal de andere kant op zullen bewegen. Het is van cruciaal belang dat de ruiter zich hiervan bewust is zodat hij deze kennis kan gebruiken om ​​problemen mee op te lossen.

Dus als je paard in de schouderbinnenwaarts te weinig “hoek” maakt ten opzichte van de hoefslag, maar daarbij wel zijn hals naar binnen brengt, komt dat omdat de schouders in de tegengestelde richting bewegen (naar de hoefslag) en niet waar je ze heen wilt hebben, namelijk van de hoefslag af.

De oplossing is om niet teveel binnenteugel te gebruiken. Probeer juist de neus van het paard voor het midden van de borstkas te houden en een gelijke buiging door het hele paard te krijgen, dus niet alleen (ver)buigen in de hals. Daardoor zal het buitenvoorbeen van de hoefslag komen zodat het ‘in lijn’ beweegt met het binnen achterbeen.

Nu vraag je je misschien af: “hoe doe ik dat?”

Het is belangrijk om je te realiseren dat je de schouders van jouw paard moet controleren. We willen namelijk in schouderbinnenwaarts de schouder verplaatsen waarbij de ruiter zijn beide handen licht verplaatst in de richting waarin je wilt dat de schouders gaan. Zodra je de hoek uitkomt richt je de buitenschouder van jouw paard op de A of C (afhankelijk van op welke hand je aan het rijden bent). Hierdoor heb je de juiste hoek voor het schouderbinnenwaarts te pakken. Hierbij is het bovendien van belang dat de schouders van de ruiter parallel zijn ten opzichte van de schouders van het paard.

Een van de voordelen van het rijden van een correcte schouderbinnenwaarts is dat je paard meer afdruk in de bewegingen krijgt. Als alles in een correcte lijn is, en dus meer in balans, dan zal er energie omhoog komen door de schoft. Bij een paard die over de buitenschouder wegloopt zal zijn energie via de schouder de grond in verdwijnen. Niet in balans betekent dus dat het paard niet van de grond komt.

Kortom, de volgende keer dat je schouderbinnenwaarts rijdt: neem niet teveel stelling. In plaats daarvan probeer het buitenvoorbeen naar binnen te brengen.

Dirigent in de schouderbinnenwaarts
Visualiseren: Doreen illustreert waar je aan kunt denken om de schouders te controleren

Het is belangrijk om een paard in zijn waarde te laten. Anders heb je kans dat het paard “het opgeeft” en het niet meer voor jou wilt doen. Hij kan gaan staken of op een andere manier verzet tonen. Ook kan het voorkomen dat het paard slechter wil eten. Zelfs door “verkeerd” grondwerk te beoefenen, met agressie naar het hoofd toe, kan het paard apathisch worden en bovendien slecht gaan eten.

Met “in zijn waarde laten” bedoel ik dat je het paard beloont als hij het goed doet en respect voor het paard hebt. Dus tevreden zijn met goede onderdelen of bijna goede onderdelen en belonen door bijvoorbeeld een klopje op de hals te geven of een kriebel op de schouder en eventueel een stappauze met lange teugel in te lassen.

Dus door regelmatig te belonen, ontstaat er een paard dat denkt: dit kan ik gewoon, dit doen we samen wel even. Hij moet het gevoel hebben dat hij de koning is en zijn werk met vertrouwen kan doen voor jou.

Leer te genieten van kleine sprongetjes vooruitgang. Niet alsmaar meer willen of ontevreden zijn met het paard, maar maak belonen een onderdeel van jouw training. Positief bekrachtigen dus. Een klopje op de hals bij fatsoenlijke uitgevoerde onderdelen leidt zelfs tot verbeteringen want het paard zal het daardoor met meer graagte voor je doen.

De kracht van belonen is groot: loven, prijzen en belonen zal zelfs de training tijd halveren. Jullie zullen sneller vooruitgang maken. Je hoeft niet per se bijvoorbeeld een kribbel op de schoft te geven want een stemhulp werkt ook.  

In Paardensport van 27-11 gaat Jessica von Bredow Werndl hier op in (over Dalera): “Het is voor mij belangrijk paarden het gevoel te geven dat ze heel bijzonder zijn. En zodra paarden dat zelf ook voelen, kunnen ze boven zichzelf uit groeien.” En ook: “Ik gaf Unee het gevoel dat hij iets bijzonders is. Daardoor is hij echt boven zichzelf uitgestegen.”

De ruiter heeft veel invloed op het gebruik van de rug van het paard in de stap. De stap is zelfs de gang waarin het gebruik van de rug het grootst is van alle gangen. In onderstaand filmpje zien wij de bewegingen van het hoofd en de hals in de stap en de invloed van de ruiter daarop. De groene lijn geeft de juiste beweging aan van de hand en arm van de ruiter tijdens de stap. Met soepele gewrichten in de schouder en elleboog, die de bewegingen van het hoofd en hals volgen, is het voor het paard mogelijk zijn rug goed te gebruiken.

Hieronder ziet u een veelzeggend symbolische beeld.  U kunt zien dat de ruiter vier extra “oren” heeft. Het “luisteren” naar het paard met al onze zintuigen en alle delen van ons lichaam is een van de sleutels van goed paardrijden. Het luisteren en vooral willen horen gaat vooraf aan het fluisteren naar het paard. Een goede ruiter luistert naar zijn paard en is in het hier en nu met zijn gedachten. Paarden spreken met ons door hun lichaam als wij ze willen horen. Wij kunnen ze verstaan met onze zintuigen. Een fraaie schets om over na te denken.

 

Gelezen in de “Hoefslag”:
Weetje: Een paard is zeker 6 x zwaarder dan wij zelf, maar zijn huidoppervlakte is maar 2,5 x groter dan die van ons. Bovendien heeft een paard veel meer spieren dan de mens. Omdat wij overtollige warmte kwijtraken via onze huid, heeft een paard het moeilijker met afkoelen.
Sportfysioloog dr. Carolien Munsters: “Vroeger dachten we dat topsporters na een inspanning meteen warm gehouden moesten worden….Inmiddels weten wij dat we de spieren beter laten afkoelen zodat er zo min mogelijk eiwitschade optreedt. Des te langer het duurt des te meer schade.
Alleen komt de paardenwereld wat achterop. Daar zie je ruiters die hun bezwete paard onder een solarium zetten om het te drogen. Terwijl buiten uitstappen een veel betere optie is.
Er is een eenvoudige manier om erachter te komen of een paard het nog warm heeft: leg er een hand erop. Voelt hij warmer dan je hand dan is hij nog aan het afkoelen.”

Bij het omdoen van een hoofdstel of een halster kan je het beste de oren van het paard naar voren halen door de kopstuk heen. Op de goede manier heeft het paard zijn oren niet naar achteren gehad – dit voelt prettiger voor het paard.

9-05-2016

Rustmomenten zijn belangrijk voor herstel.

Niets is zo vervelend als een geblesseerd paard, maar gelukkig kun je zelf veel leed voorkomen met een duurzaam management.  Hieronder volgen verschillende tips om je paard blessurevrij te houden:

Rij je vaak dezelfde oefening in de hoop je paard steeds iets te verbeteren? Kijk uit, want juist hier ligt overbelasting op de loer. Stap eens vaker aan een lange teugel tussendoor. Eén of twee rondjes stap is al voldoende.

Volgens toptrainer Carl Hester zijn rustmomenten een vanzelfsprekendheid. Na een aantal oefeningen roept hij tijdens zijn lessen: “walk and drop the reins”. Dus stappen en een lange teugel geven zodat het paard zijn hals naar beneden kan strekken. Dan zullen de spieren minder snel verzuren. Het verzuren van de spieren wordt veroorzaakt door te lang door te gaan, daardoor krijgen de spieren te weinig zuurstof en dat heeft spierpijn tot gevolg. Train je met veel rustmomenten tussendoor dan ben je minder afhankelijk van masseurs, osteopaten, enz. Je hebt het blessurevrij houden van je paard grotendeels zelf in de hand.

Paarden worden dus beter en sterker van korte sessies draf en galop afgewisseld met herstelmomenten in stap: interval training.

Lees verder »