DressuurTotaal

Doreen Proos, meer dan een Grand Prix amazone.
 
 

Archief voor december, 2007

Bij het rijden (of bij de omgang met het paard) kan het wel eens voorkomen dat niet alles van een leien dakje gaat en dat je elkaar verkeerd begrijpt. Dit kan ertoe leiden dat de ruiter boos wordt en grof reageert met de hulpen.

Aan de andere hand kun je als ruiter assertief zijn. Dan toon je leiderschap en laat je het paard in zijn waarde.

Er is een dunne lijn tussen assertief zijn en boosheid of ergernis. Ga nooit over deze lijn heen. Het heeft geen zin om boos te worden op je paard. Het paard zal jou niet begrijpen.

Wel is het zinvol om assertiever te rijden. Door assertief te rijden kunnen er verbeteringen optreden, maar als een ruiter boos wordt zal het paard zelden beter worden. Probeer nooit boos te worden op je paard. Ga terug naar de stap en denk na over hoe je het probleem anders op kan lossen.

2-12-2007

Als je bepaalde vormen van ongewenst gedrag van je paard wil veranderen, moet je je eigen benadering van het paard veranderen. Grote kans dat het (ongewenst) gedrag van het paard zijn oorzaak vindt in wat jij doet en hoe je ’t doet. Als je je eigen gedrag verandert ben je van het ongewenst gedrag van je paard af.

1. Om te beginnen moet je leren de non-verbale lichaamstaal van het paard te interpreteren. De staart alleen al kan zes verschillende boodschappen afgeven. Ook aan hoofd, hals, ribben, schouder, benen, enz. kun je veel aflezen. Dan lees je letterlijk wat er in zijn geest gebeurt, want bij een paard zijn lichaam en geest één. In de zin dat er geen verschil is tussen hoe hij zich voelt en hoe hij zich voordoet. Als hij ontspannen is in zijn lichaam, is hij ook ontspannen in zijn geest. Als je dus wilt dat zijn geest verandert moet je zijn lichaam veranderen.

2. Wil je dat het paard jou respecteert, negeer dan nooit zijn onbeschofte houding en beweging. Bijv. wanneer hij zijn achterhand naar je toedraait. En laat nooit je aandacht verslappen, blijf altijd alert. Niet alleen bij het rijden maar ook in de omgang en bij het longeren. Paarden denken niet in termen van 70 of 80 procent. Je bent de baas of je bent het niet.

3. Je moet altijd reageren in overeenstemming met de mate van zijn onbeschoft gedrag: niet te veel en niet te weinig. Je reactie moet in balans zijn. Of dat zo is kun je zien aan wat het paard je vertelt met zijn non-verbale communicatie.

4. Belangrijk is hoe je paard zich voelt met wat jij met hem doet. Als hij zijn staart tussen zijn billen klemt, is hij bang van je; dan is jouw reactie te heftig of te veel geweest. Zijn staart dient lichtjes gebogen te zijn, een teken van ontspanning. Maar houdt hij zijn hoofd hoog en kijkt hij voortdurend van je weg, dan toont hij minachting en kun je hem beter niet rijden. Buigt hij zijn hoofd naar beneden, dan toont hij respect en zegt als het ware “Oké, ik voel me goed bij jou.” Stijg maar op.